Daan op reis met CPT

Het lijkt iets kleins, maar eigenlijk is het iets heel groots

Daan Savert werd getraind tot reservist van de Christian Peacemaker Teams, zodat hij vredeswerk kan doen in onder andere Iraaks Koerdistan. Als megafoon voor de mensen in gebieden die het meest geraakt worden door oorlog en geweld. 

‘Mensen verwarren pacifisme vaak met passiviteit. Vrede met een soort kalmte, vredigheid en het vermijden van conflicten. Juist als je meer vrede in de wereld wil moet je confronteren, aan het gezag tornen.’ 
Daan Savert (26) volgde, gesteund door onder andere Menno’s Global Village, een maand de training tot reservist bij het corps van de Christian Peacemaker Teams (CPT). CPT is een organisatie die in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstond vanuit het gedachtengoed dat het Christendom staat voor vreedzaamheid en dat voor deze vrede gestreden moet worden zoals het leger strijdt voor de oorlog. Met dezelfde urgentie en inzet van je hele lijf en leven. 
Daan is theologiestudent, momenteel schrijft hij zijn scriptie voor de master Peace, Trauma en Religion. Naast zijn studie woont hij in een woongemeenschap van het Catholic Worker, samen met ongedocumenteerden. ‘Het christendom staat voor gastvrijheid en solidariteit voorbij de landsgrenzen,’ aldus de jonge theoloog, die meteen verwijst naar de bijpassende bijbeltekst: Mattheus 25. 

“Het idee van CPT is dat je niet een gebied binnenkomt en de dienst gaat uitmaken, vanuit de veronderstelling dat je als westerling het allemaal beter weet.”

CPT
Vrede en pacifisme fascineerde Daan al lange tijd. Maar vanuit het comfort in onze relatief geweldloze en veilige omgeving is het makkelijk praten, vond hij. Dus zocht hij naar mensen die in lastigere omstandigheden ook steven naar geweldloosheid. Zo ontdekte hij CPT. 
‘Het idee van CPT is dat je niet een gebied binnenkomt en de dienst gaat uitmaken, vanuit de veronderstelling dat je als westerling het allemaal beter weet. Maar dat je naast de bevolking gaat staan en een bijdrage levert aan waar zij behoefte aan hebben. CPT werkt in relatie met plaatselijke ngo’s in conflictgebieden en ze zijn de megafoon voor de boodschap van die organisaties.’ CPT heeft teams in verschillende conflictgebieden: Palestina, Iraaks Koerdistan, Lesbos, Colombia en bij de oorspronkelijke bevolking van Canada. 

Delegatie
Om je aan te kunnen sluiten bij CPT moet je eerst meedoen aan een ‘delegatie’. In twee weken maakt een groep kennis met hoe CPT werkt op locatie. Daan koos voor het team dat in Iraaks Koerdistan gevestigd zit. ‘Ik wist eigenlijk niks van het Koerdische conflict,’ bekent hij. 
‘De dagen in het team zijn heel regelmatig. Samen opstaan, eten, meditatie. Er zitten veel christelijke rituele in, maar niet uitsluitend. We hebben zowel de bijbel als de koran gelezen en met elkaar gepraat over onze intentie voor de reis. Door dat alles merk je dat je niet zomaar op vakantie bent, maar echt met een gezamenlijk doel daar bent.’ 
In de eerste dagen van de delegatie leerde hij de complexiteit van het conflict kennen. ‘Saddam heeft een genocide op de Koerden uitgevoerd. Nu hebben ze in Irak een semi-autonoom gebied gekregen, met leiders en al. Maar die leiders spelen nu weer net zo hard mee met de (geo)politieke spelletjes. Waaronder oliehandel. Ondertussen voert Turkije een klopjacht op PKK-leden, die zich onder andere in het Koerdische gebied ophouden. Hierdoor worden ook de Koerdische dorpelingen constant gebombardeerd die in feite geen rol hebben in dit conflict.’ 
‘Om het nog ingewikkelder te maken, trekken steeds meer IS-vluchtelingen het Koerdische gebied binnen. Daar moeten de Koerden zich opnieuw tot verhouden, want van origine zijn ze vijandig tegenover de Arabieren.’ 

“Als het weer veilig is, wil ik terug naar mijn land, maar ik wil ook mijn hele leven de vriendschap behouden die ik met deze Koerden heb gesloten.”

Vluchtelingenkamp
Een onderdeel van de delegatie was dat de groep een bezoek bracht aan de vluchtelingenkampen in het gebied. ‘Dat was buitengewoon ongemakkelijk. Het leed in het kamp en de realisatie dat ik aan het einde van de middag weer de bus in kon stappen en naar het veilige appartement van de CPT kon. Maar na alles wat ik gehoord had, moest ik de realiteit zien.’ 
In het kamp ontmoette Daan een Arabier die tegen hem zei: ‘Als het weer veilig is, wil ik terug naar mijn land, maar ik wil ook mijn hele leven de vriendschap behouden die ik met deze Koerden heb gesloten.’ 
Daan was diep geraakt. ‘Dit zijn jongeren die elkaar zouden moeten haten. Tenminste, dat is wat je zou verwachten gezien hun geschiedenis. En dat zo’n jongen dan dit zegt. Het lijkt heel klein, maar eigenlijk is het heel groot.’ 
De delegatie, van slechts twee weken, stond in het tegen van een ontmoeting van medewerkers van het lokale consulaat van de Verenigde Staten. In die ontmoeting werd het leed en de situatie van de Koerden uitgelegd aan de ambassadeur, eindigend met de vraag of die politieke druk kon uitoefenen op de politieke situatie. ‘Het absurde is dat je daar dan bij zo’n ambassadeur zit, samen met een aantal Koerden, en dat je vanwege je witte huidskleur,’ Daan wijst naar zijn gezicht, ‘serieuzer wordt genomen. Je maakt als het ware gebruík van een privilege-ongelijkheid die je eigenlijk wil bestrijden.’ 

“Het is niet zo dat ze een schooltje witten en dan weer vertrekken. Dit werk is duurzamer.”

Training
‘Na de delegatie wist ik dat CPT goed was. Ze werken strategisch en altijd in en aan relaties. Het is niet zo dat ze een schooltje witten en dan weer vertrekken. Dit werk is duurzamer. En ik ben verliefd geworden op het team in Koerdistan.’ 
Om onderdeel te kunnen worden van de vaste teams van het CPT, al dan niet fulltime, moet je een training doen. Dankzij giften van vrienden, familie en van Menno’s Global Village, kon hij in Jordanië de opleiding volgen. Een maand werd hij onderwezen over conflicten, geweld en geweldloosheid en werd hij getraind in het vredeswerk. 
‘Door deze training realiseerde ik me pas hoe diep conflict en geweld in onze samenleving zit. Geweld ontstaat altijd in situaties van onderdrukking.’ Daarom leerde hij, met de andere recruten, over allerlei soorten onderdrukking: racisme, kolonialisme, seksisme, heteroseksisme, leeftijdsdiscriminatie, discriminatie van mensen met een beperking. 
Ze leerden agressie tijdens een demonstratie te deëscaleren. Ze leerden relaties op te bouwen met respect voor cultuur, zonder je eigen normen te verloochenen. Ze leerden mediteren en opzoek te gaan naar (Gods) liefde en acceptatie, ook in stressvolle situaties. 
‘We hebben ook kleine trucjes geleerd. Als je bijvoorbeeld zenuwachtig bent, moet je in je armen knijpen. Daar word je rustig van. Het werkt als je een spannende douane door moet, maar het werkt natuurlijk ook vlak voor een sollicitatiegesprek.’ 

Toekomst
Nu Daan terug in Nederland is, neemt hij eerst de tijd om de impact van de training te laten bezinken. Hij hoopt dat hij volgend jaar naar Iraaks Koerdistan kan om het team daar te versterken. Afhankelijk van of ze iemand zoeken, of hij afgestudeerd is en hoe zijn leven er dan uitziet. ‘Maar ook in Nederland is er genoeg te doen. Sinds mijn training zie ik zoveel meer vormen van onderdrukking, ook in mijn eigen omgeving, waar ik mijn training kan inzetten.’